Character Leeftijd: 17 Partner: You wanna know more, more, more 'bout me. Krachten:
Onderwerp: Going home. If I can call it home. za jul 02, 2011 5:03 am
Licht deinde haar roze haar mee op de wind, terwijl haar voeten haar lichaam steeds verder van het perron wegvoerden. Haar gedachten totaal niet bij het heden, gingen terug naar de dag dat ze dit pad voor het eerst gelopen had. Ze was bang geweest, dat wist ze nog. Bang en zenuwachtig. Vooral dat laatste eigenlijk. Bang voor wat? Voor de mensen die bij haar op school zaten? Die waren een stuk minder angstaanjagend dan de dingen die ze gezien en meegemaakt had. Nee, ze was bang geweest voor de woorden van de dokter. "Houd haar uit de buurt van anderen. Ze zou nog best eens los kunnen slaan. Ze heeft teveel straling voor een kind van haar leeftijd." Dat waren de woorden die Kaede vijf jaar lang in hun macht hadden gehad. Tot haar 13e was ze bang. Bang voor die "straling", wat dat ook mocht zijn. Bang voor hetgeen wat "losslaan" betekende, hoewel ze uit de bange toon van de onderzoekers en de bange blik in zijn ogen had kunnen opmaken dat het niet veel goeds was. Op haar dertiende was ze achter beide dingen gekomen. Ze huiverde bij de gedachte aan de periode daarna. De periode waarin ze langzaam maar zeker achter de waarheid was gekomen. Dat ze inderdaad niet menselijk was geweest, dat haar hoorns niet gewoon een vergroeiing in haar schedel waren. Haar hoorns. Ze werden nu bedekt door twee linten, helderblauw van kleur. Het clashte een beetje met haar donkerroze haar, dat tot op haar heupen hing, maar gaf haar ook een lieve aanblik. Zuchtend wreef ze in haar oog. Ze was moe. Na een dag school moest ze ook nog huiswerk maken, en daarna ook nog koken. Ze woonde op zichzelf, en dat was niet altijd goed.
Haar regelmatige passen brachten haar dichter en dichter bij de uitgang van het station. Het was hier benauwend druk, het drukste tijdstip van de dag. Haar rok, in een iets donkerder kleur dan haar strikjes, zwierde om haar heen, terwijl ze de roltrap op liep. Bijna, nog maar heel even. Ongeduldig stond ze, wachtend tot ze boven was. Zoals gewoonlijk was de roltrap overladen met mensen, maar dat maakte het voor Kaede juist makkelijker om in de menigte op te gaan. Dan zouden mensen haar niet zo aankijken. Bovendien was het dan makkelijker om rustig mensen te bestuderen. Ze had al haar klasgenoten al zo vaak bekeken dat ze ieder vlekje en haartje kon beschrijven, van top tot teen. Het was leuk om naar mensen te kijken, ze waren altijd zo verschillend. De een had lang, los haar, de ander had het opgestoken, de volgende had helemaal geen haar, dan weer kort, in krullen, stijl, blond, bruin, rood, zwart. Vooral zwart, eigenlijk. Bijna iedereen uit haar klas, en ook hier op het station, had van nature zwart haar. Dan was het ook niet vreemd dat ze buiten de boot viel met haar abnormale haarkleur. Zelf maakte ze zich er geen zorgen over, maar anderen leek het wel dwars te zitten. Misschien zou ze het een keer verven. Maar nee, dan zou de kapper zich rot schrikken. Deze gedachten zweefden door haar hoofd, en ze was nu bij de uitgang. Ze liep naar buiten, snoof de frisse lucht op. Fijn, ze vond het al vreselijk genoeg om een hele dag in een klaslokaal te zitten.