Zijn ene hand graaide tussen de buizen en metalen gevallen door, op zoek naar een boutje dat op de onderkant van de bodem moest liggen. Bijna elk weekend was hij wel bij zijn oom in de autogarage te vinden. De motorkap van een rode Chevy stond open en Akira had zich er over heen gebogen. Zijn broek zakte half van zijn kont af, aangezien het altijd wel afdankertjes waren die te groot voor hem waren, en het T-shirt wat hij normaal aan had lag op een werkbank, een paar meter van hem vandaan. Verschillende zwarte vegen waren op zijn lichaam te vinden en zweetdruppeltjes liepen over zijn ontblootte bovenlichaam heen. Hij vond het altijd wel leuk om met auto’s te werken, aangezien hij anders gewoon niks te doen had en zich dan ging vervelen. En een vervelende Akira was nooit leuk. Hij keek even op toen er gegiechel klonk. Aan de overkant van de straat stonden meisjes hem aan te staren, terwijl hij een beetje in de schaduw van de garage stond maar toch goed zichtbaar was. Ze zwaaiden naar hem en hij rolde met zijn ogen. Meiden. Hij snapte niet wat ze zo leuk aan hem vonden. Oké, hij had een klein wasbordje, maar verder vond hij zichzelf nogal lelijk. Niet dat hij er kopzorgen aan had, hij accepteerde het gewoon. Toen hij eindelijk het boutje had gevonden en nog een paar andere dingen vastzette, rekte hij zich uit. Die gebogen houding deed zijn rug zeer. Zijn oom was met een andere auto bezig en zag dat hij klaar was.
“Je bent klaar voor vandaag, ga maar douchen en dan zie ik je straks wel weer tijdens het eten,” zei hij. Gelukkig stond het huis van zijn oom naast de garage, een beetje aan de garage vast gebouwd. Akira wierp even een blik op de meisjes.
“Is goed,” zei hij en hij pakte zijn shirt op, om vervolgens weg te lopen.
Een half uur later liep hij verveeld door de stad heen. Zijn oom zou wel bellen als hij eten klaar had, of hij at gewoon wat in de stad. Met het baantje in de garage verdiende hij genoeg om zichzelf te onderhouden. Zijn moeder had maar een armzalig kantoorbaantje en een deel van zijn geld ging ook naar haar toe. Met zijn handen in zijn broekzak liep hij door het park heen. Akira had een blauw dun T-shirt zonder mouwen aan, waarbij zijn spieren en tatoo’s duidelijk zichtbaar waren, en een grijze broek. Hij ging even met zijn hand door zijn haar en stond even stil, om naar een groepje kinderen te kijken die bij de ijsco kar waren. Zijn blik ging daarna even rond, waarna hij een bankje zag en er op ging zitten. Zijn armen voelden een beetje moe door het werk in de garage. Akira pakte zijn mobieltje en verstuurde een sms’je naar een vriend die bij familie was buiten Fukushima. Net toen hij klaar was en zijn mobiel in zijn zak deed, zag hij dat er iemand naast hem ging zitten.
[Iedereen welkom <3]